icon

Beschrijving

Vaak wil men niet alleen kennis toetsen, maar ook toepassingsvaardigheden, en inzicht (analyseren, synthetiseren en evalueren). Bij toepassen moeten studenten eerder verkregen informatie kunnen hanteren in een andere situatie dan deze was geleerd (Van Berkel, 1999, p.16); denk bijvoorbeeld aan een opgave als ‘Bereken de standaarddeviatie van de volgende getallenreeks.’ Andere voorbeelden van toepassingsvaardigheden zijn het houden van een adviesgesprek of diagnosegesprek, of het werken met beroepsgerelateerde software (denk aan het uitvoeren van analyses in SPSS, het maken van een bouwtekening in AutoCAD of het werken met diagnosesoftware). Bij analyseren moeten studenten onderscheid kunnen maken tussen verschillende feiten, opinies, veronderstellingen, hypotheses of conclusies (Van Berkel, 1999, p.17); denk aan een toetsvraag als ‘Verklaar de oorzaak van de Eerste Wereldoorlog’. Bij synthetiseren wordt van studenten gevraagd dat ze iets unieks of origineels maken (Van Berkel, 1999, p.17); een voorbeeld hiervan is de opdracht om een ontwerp te maken voor een elektrische auto. Bij evalueren moeten studenten de merites kunnen aangeven van methoden, ideeën, personen of producten ten opzichte van een bepaald doel (Van Berkel, 1999, p.17); denk aan een opdracht als ‘Vergelijk het Nederlandse en het Amerikaanse onderwijsstelsel op het aspect van kansengelijkheid.’

Op kleine schaal zijn er veel mogelijkheden voor het toetsen van toepassingsvaardigheden en inzicht op afstand. Kies voor de vorm die het beste past bij de leerdoelen van het vak en het gegeven onderwijs.

icon

Geadviseerde toetsvormen

Digitaal Toetsen
Uitleg & Links expand section expand section

Met een digitale toets kunnen ook hogere cognitieve vaardigheden worden getoetst als toepassen, analyseren, synthetiseren en evalueren. Voor het op kleine schaal toetsen van hogere cognitieve vaardigheden zijn open vragen bij uitstek geschikt (Van Berkel, Bax, & Joosten-ten-Brinke, 2017). Open vragen bieden ruimte voor doelen waarbij originaliteit of creativiteit een rol spelen (Van Berkel, Bax, & Joosten-ten-Brinke, 2017). Bovendien is het bij ongeveer 50 of minder studenten efficiënter om gebruik te maken van open vragen dan van gesloten vragen; hoewel open vragen meer nakijktijd kosten, kost het minder tijd om ze te construeren, zeker bij het toetsen van hogere cognitieve vaardigheden (Van Berkel, 1999). Hoewel hogere cognitieve vaardigheden wel degelijk ook met gesloten vragen getoetst kunnen worden, vergt een zorgvuldige constructie hiervan tijd (Van Berkel, Bax, & Joosten-ten-Brinke, 2017). Een reden om toch te kiezen voor gesloten vragen is dat zij sneller te beantwoorden zijn door studenten, waardoor meer vragen kunnen worden opgenomen in de toets, wat de representativiteit ervan verhoogt (Van Berkel, 1999).

Alternatieven voor een toets met open en/of gesloten vragen zijn open boek-tentamens of casustoetsen. Dit is op afstand minder fraudegevoelig dan het afnemen van toetsen met alleen gesloten vragen, maar wel arbeidsintensiever. Dit is daarom vooral een optie wanneer er genoeg mankracht beschikbaar is om dit te realiseren, bijvoorbeeld door junior docenten in te zetten.

Op kleine schaal is het goed haalbaar om live proctoring toe te passen. Dit houdt in dat studenten in real-time, via bijvoorbeeld een webcam of telefoon, worden bekeken.

Ga naar: Digitaal Toetsen

Open-boek en take-home
Uitleg & Links expand section expand section

Open-boek- en take-hometentamens zijn geschikt voor het toetsen van hogere-orde cognitieve vaardigheden als toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Zeker bij take-hometentamens is er, vanwege de ruime afnametijd, veel ruimte om (minder voorgestructureerde) vragen te stellen die een beroep doen op hogere-orde cognitieve vaardigheden.

Open-boek en take-homententamens zijn op afstand minder fraudegevoelig dan toetsen met alleen gesloten vragen, maar wel arbeidsintensiever om te beoordelen. Bij een kleine groep studenten is dit echter goed haalbaar.

Ga naar: Open-boek en take-home

Presentaties
Uitleg & Links expand section expand section

Hogere cognitieve vaardigheden kunnen ook worden getoetst met een (groeps)presentatie. Een presentatie biedt studenten ruimte voor originaliteit en creativiteit. Daarnaast kunnen hiermee ook presentatievaardigheden worden getoetst. De gelegenheid die een presentatie biedt voor interactie, bijvoorbeeld het stellen van vragen na afloop van de presentatie, biedt de beoordelaar extra mogelijkheden voor het toetsen van het inzicht van de student. In het geval van een relatief kleine groep studenten kan gekozen worden voor individuele presentaties; het voordeel hiervan is dat dit een beter zicht kan geven op de prestaties van individuele studenten. Het afnemen en beoordelen van presentaties kan echter veel tijd kosten. Door de studenten in groepen op te delen en per groep te laten presenteren kan de benodigde tijd worden beperkt. Maak bij de keuze tussen individuele presentaties of groepspresentaties een afweging tussen de wenselijkheid van een beter zicht op de prestaties van individuele studenten enerzijds en de praktische haalbaarheid anderzijds.

Ga naar: Presentaties

Mondeling
Uitleg & Links expand section expand section

Een mondeling examen heeft als voordeel dat docenten de mogelijkheid hebben om door te vragen; dit is met name een voordeel bij het toetsen van hogere cognitieve vaardigheden als toepassen, analyseren, synthetiseren en evalueren. Als studenten met hun antwoord op de vraag een andere kant opgaan dan de docent beoogt, dan kan de docent de bedoeling van de vraag nader toelichten (Van Berkel, Bax, & Joosten-ten-Brinke, 2017).

Hoewel gesprekken vaak op locatie plaatsvinden, zijn er ook mogelijkheden om dit op afstand te doen door gebruik te maken van videoconferencing software zoals Zoom of Microsoft Teams. Dit kan docenten en studenten reistijd en -kosten besparen.

Ga naar: Mondeling

Observaties
Uitleg & Links expand section expand section

Op kleine schaal is het goed mogelijk om toepassingsvaardigheden (zoals de vaardigheid in het werken met beroepsgerelateerde software) te toetsen door middel van observatie. Op kleine schaal is een beoordelaar vaker in de gelegenheid om op locatie aanwezig te zijn, in het geval dat deze handelingen op een specifieke locatie moeten worden uitgevoerd. Als aanwezigheid op locatie de beoordelaar beter zicht geeft op de prestatie van de student dan verdient dit de voorkeur. Maar beoordeling kan ook plaats- en tijdsonafhankelijk plaatsvinden, met behulp van videoconferencing of een video-opname.

Ga naar: Observaties

Portfolio
Uitleg & Links expand section expand section

Een portfolio is een verzameling documenten/bestanden die aantonen dat de student bepaalde competenties bezit en/of zich ontwikkelt en die vaak over een langere tijd wordt opgebouwd. In het portfolio kunnen dus ook andere toetsvormen opgenomen zijn. Zo kan een student in een beoordelingsportfolio onder meer video-opnames van observaties, producten van projecten en de resultaten van de beoordeling hiervan opnemen als bewijzen van de beheersing van hij specifieke toepassingsvaardigheden worden. In een ontwikkelingsportfolio zou de student daarnaast ook eigen reflecties hierop kunnen opnemen waarin na wordt gegaan welke (deel)competenties onvoldoende beheerst worden en waar dus nog aan moet worden gewerkt.

Ga naar: Portfolio

Projecten en producten
Uitleg & Links expand section expand section

Projecten en producten zijn geschikt om vast te stellen of de student kennis kan toepassen, analyseren, evalueren of creëren. Overweeg om van de opdracht een groepsopdracht te maken. Bij groepsopdrachten hebben studenten meer interactie met elkaar en kunnen ze samen een project uitvoeren dat ze alleen nooit hadden kunnen realiseren.

Ga naar: Projecten en producten

icon

Tips bij toetsen op afstand

  • Benadruk de ethische verantwoordelijkheid die de student heeft om niet te frauderen.

  • Zorg voor een goede communicatie met studenten.

    • Bied vooraf transparantie over manier waarop de toets op afstand wordt afgenomen, zodat studenten weten wat ze kunnen verwachten. Denk bijvoorbeeld aan welke persoonlijke gegevens er worden gevraagd, wat hiermee wordt gedaan en wat ze bij de hand moeten houden (bijvoorbeeld een collegekaart, een telefoon of camera).
    • Mocht je gebruik maken van online proctoring, wees dan duidelijk over wat er te verwachten valt, en wat de regels zijn. Transparantie over hoe de online proctoring is opgezet is hierbij essentieel. Zie voor meer informatie het whitepaper Online proctoring: Surveilleren op afstand van SURF.
    • De technische eisen moeten vooraf duidelijk zijn. Studenten moeten in ieder geval beschikken over een stabiele internetverbinding. Wanneer er bepaalde computerspecificaties vereist zijn voor het toetssysteem, is dat ook belangrijk om te communiceren, en alternatieven te bieden wanneer studenten hier niet over beschikken.
  • Niet elke student heeft een leefomgeving die geschikt is om in alle rust een toets te maken. Bied waar mogelijk alternatieven aan, bijvoorbeeld een ruimte op de campus waar studenten kunnen zitten.

  • Bij formatieve evaluatie kan gebruik worden gemaakt van peerfeedback. Zie deze publicatie van Inholland voor meer informatie over het organiseren van peerfeedback.

Ander toetsdoel

For small-sized courses (tot 50 studenten) - Verander groepsgrootte