icon

Definitie

Met projecten en producten past de student kennis toe op een actieve, praktische wijze binnen de gestelde kaders. Het toepassen van kennis leidt tot betere verwerking van de lesstof. Projecten en producten zijn geschikt om vast te stellen of de student kennis kan toepassen, analyseren, evalueren of creëren (zie deze [publicatie van SLO]((https://www.utwente.nl/.uc/f84db0b51010284fa9c0174f5f903a6aaa8aeaf3a528a00/bloom-taxonomie-checklist.pdf) voor meer informatie over de cognitieve niveaus van Bloom).

Projecten en producten zijn minder geschikt om te beoordelen of iemand beschikt over een brede kennisbasis. In de praktijk worden projecten en producten dan ook vaak gecombineerd met toetsvormen die hiervoor wel geschikt zijn, zoals toetsen met open en/of gesloten vragen. Soms is het niet nodig om de kennisbasis apart te beoordelen, omdat deze bijvoorbeeld al eerder is beoordeeld bij een ander voorgaand vak of omdat deze in voldoende mate aan bod komt in het project/product.

Een project of product wordt vaak gecombineerd met een presentatie of een mondelinge toets.

icon

Aanpak

De voorbereiding voor online projecten en producten verschilt nauwelijks van de voorbereiding bij campusonderwijs. Eerst inventariseer je welke leerdoelen behaald moeten worden door de student. Daarna ontwerp je een opdracht die …

De voorbereiding voor online projecten en producten verschilt nauwelijks van de voorbereiding bij campusonderwijs. Eerst inventariseer je welke leerdoelen behaald moeten worden door de student. Daarna ontwerp je een opdracht die ervoor zorgt dat het behalen van deze leerdoelen aangetoond kan worden, bijvoorbeeld in de vorm van producten. Ook schets je de kaders waarbinnen het project of product moet worden afgerond.

Maak gebruik van een rubric waarin de beoordelingscriteria helder uiteengezet zijn, en representatief voor de doelstellingen, het beoogde cognitieve niveau, en (indien relevant) de afzonderlijke vakgebieden. Als het om een project of product gaat met doelstellingen vanuit verschillende vakgebieden, maak in de beoordeling dan ook onderscheid tussen die vakgebieden (Van Berkel et al., 2017).

Het is belangrijk dat de kaders zoals de beoordelingscriteria/rubric, feedbackmomenten en de inleverdatum vooraf duidelijk zijn gecommuniceerd met de student. Het is verstandig om een aantal uitgewerkte voorbeeldprojecten of -producten te delen en te bespreken met de studenten, zodat zij een duidelijk beeld hebben van de normen die worden gehanteerd.

Sommige studenten vinden het lastig om te beginnen met een nieuw project en hebben last van uitstelgedrag. Je kunt deze studenten helpen door verschillende mijlpalen vast te stellen (bijvoorbeeld: in week 2 van het project is de introductie af). Je zet dit als docent nog meer kracht bij wanneer je de studenten beloont als zij zich aan de planning houden; bijvoorbeeld door (peer)feedbackmomenten in te plannen als mijlpalen.

Bied de studenten keuzeruimte binnen de kaders. Laat ze bijvoorbeeld zelf kiezen uit een selectie onderwerpen, geef ze ruimte in de vorm die hun product aanneemt en in de bronnen die ze raadplegen. Verder kun je overwegen om van de opdracht een groepsopdracht te maken. Bij groepsopdrachten hebben studenten meer interactie met elkaar en kunnen ze samen een project uitvoeren dat ze alleen nooit hadden kunnen realiseren.

Tijdens afname

Organiseer bijeenkomsten waarin je met de studenten individueel of in groepjes bespreekt hoe de opdracht of het project vordert. Het is van belang om tijdens de (online) begeleiding van een project op een aantal momenten beschikbaar te zijn voor de student (bijvoorbeeld tijdens Q&A-sessies) en daarnaast de studenten actief op te zoeken.

Studenten leren niet alleen van de docent, maar ook door samen in gesprek te gaan over het project of product. Als docent kun je dit faciliteren door bijvoorbeeld gebruik te maken van peerfeedbacktools waarmee studenten elkaar feedback kunnen geven. Zie deze publicatie van Inholland voor meer informatie over het organiseren van peerfeedback.

Na afloop

Wat doen studenten met de feedback die je ze hebt gegeven tijdens de eindbeoordeling? Om ervoor te zorgen dat er daadwerkelijk wat met de feedback gedaan zal worden, kun je een reflectieopdracht overwegen. Laat studenten bijvoorbeeld kort reflecteren op de leerdoelen of op jouw feedback op hun project of product. Ook kun je de studenten bij latere projecten of producten de opdracht geven om de eerdere feedback nog eens te bekijken en te vragen hoe ze dit gaan meenemen in het nieuwe project of product.

Aandachtspunten

  • Laat het werk beoordelen door twee beoordelaars, waarvan ten minste één onafhankelijke beoordelaar (die niet betrokken is bij de begeleiding).

  • Als er sprake is van een externe opdrachtgever, betrek deze dan bij de beoordeling (Van Berkel et al., 2017).

  • Bij schrijfopdrachten kan er fraude worden gepleegd als teksten worden overgenomen van studenten van voorgaande jaren of van internet. Als docent doe je er goed aan om gebruik te maken van antiplagiaatsoftware. Een bredere diversiteit van projecten en producten maakt het lastiger om elkaars werk te gebruiken. Mocht je gebruikmaken van een onderwerpenlijst, vernieuw de lijst dan regelmatig.

  • Maak een onderbouwde keuze voor de te hanteren cesuur.

  • Neem bij projecten en producten waarbij sprake is van groepswerk aanvullende maatregelen om de betrouwbaarheid en validiteit van de beoordeling te borgen, zoals Van Berkel et al., 2017):

    • Besluit of je één beoordeling geeft voor de hele groep, of je ieder groepslid afzonderlijk beoordeelt, of dat je kiest voor een combinatie van beoordeling van een groeps- en een individueel aspect.
    • Houd gedurende het proces in de gaten of er geen sprake is van ‘meeliftgedrag’, bijvoorbeeld door observaties van de inbreng van de studenten tijdens groepsbijeenkomsten of door bij een groepsgesprek of groepspresentatie individueel gerichte vragen te stellen.
    • Overweeg om gebruik te maken van peer assessment (bijvoorbeeld in de vorm van peer nominations of peer rating), waarin de groepsleden elkaars prestaties beoordelen, en waarin het ook mogelijk is om deze beoordelingen mee te laten wegen in de cijfers van de individuele studenten.
    • Als er gerede twijfel bestaat over of de prestatie of bijdrage van één van de groepsleden wel voldoende is geweest, ga hierover in gesprek en overweeg om deze een aanvullende opdracht te laten maken.
expand section expand section Toon meer Toon minder
icon

Toetsen op afstand

Bij een project of product voert de student een afgebakende opdracht uit. Projecten hebben vaak een product als een analyse, advies, ontwerp, fabricaat of essay als resultaat:

  • Analyse Een student analyseert een situatie, …

Bij een project of product voert de student een afgebakende opdracht uit. Projecten hebben vaak een product als een analyse, advies, ontwerp, fabricaat of essay als resultaat:

  • Analyse Een student analyseert een situatie, probleem of vraagstuk, onderscheidt hierbij hoofd- en bijzaken en/of identificeert hierbij voor- en nadelen.

  • Advies Een advies volgt vaak op een analyse. De student integreert informatie uit verschillende bronnen om tot een onderbouwd advies te komen en een mogelijke oplossing te presenteren.

  • Ontwerp Een ontwerp is een beschrijving of visualisatie van een toekomstige werkelijkheid.

  • Fabricaat Een fabricaat is een concreet fysiek/digitaal eindproduct dat de gebruiker functioneel kan inzetten.

  • Essay Een essay is een tekst waarin de student een onderbouwde mening over een bepaald onderwerp beschrijft. De student leert kritisch nadenken over een specifiek onderwerp. Korte essayvragen kunnen ook gesteld worden binnen een digitale toets.

Bovenstaande producten kunnen natuurlijk ook gecombineerd worden tot één eindproduct. Zo is een onderzoeksverslag bijvoorbeeld een combinatie van analyse, essay en advies.

Studenten leveren het werk vaak digitaal in een leer management systeem (LMS). Hierdoor kan beoordeling op afstand eenvoudig plaatsvinden. Voor fysieke fabricaten kan gebruik worden gemaakt van een zelfgemaakte opname of een livestream demonstratie.

Voordelen

  • Het toetsen van projecten en producten op afstand is grotendeels hetzelfde als hoe de beoordeling via campusonderwijs zou plaatsvinden, maar dan flexibeler (plaats- en tijdonafhankelijk).

Nadelen

  • Voor de beoordeling van fysieke eindproducten kan een digitale beoordeling soms een minder goed beeld geven. Zo hangt het af van hoe goed de student in staat is om alle relevante details in beeld te brengen.
expand section expand section Toon meer Toon minder
icon

Tips

Ruim voor de inleverdatum van de laatste conceptversie van de scriptie organiseer ik een online peerfeedbacksessie. Aan de hand van een beoordelingsformulier geven studenten feedback op elkaars product. Ik merk dat het mij als docent tijd scheelt bij het geven van feedback. Veelvoorkomende fouten worden door de studenten zelf opgemerkt en aangepast. Ook krijgen ze goed zicht op het beoordelingsformulier.

  • Faciliteer en stimuleer zelfsturend leren binnen een project. Laat studenten persoonlijke doelen stellen binnen het project en hierop reflecteren.

  • Vraag de studenten aan te geven op welk (deel)aspect ze in ieder geval graag feedback zouden willen krijgen. Dit bevordert het zelfsturend vermogen. Je kunt er als beoordelaar natuurlijk voor kiezen ook op andere aspecten feedback te geven.

  • Voordat je als begeleider feedback geeft op het project of product kun je een peerfeedbacksessie organiseren. Zorg ervoor dat het beoordelingsformulier beschikbaar is een laat studenten elkaar feedback geven aan de hand van het beoordelingsformulier. Door het geven van peerfeedback krijgen studenten meer zicht op de beoordelingscriteria, leren studenten ook veel over de eigen prestatie, stimuleert het hun zelfbeoordelingsvermogen en doen ze inspiratie bij elkaar op. Zie deze publicatie van Inholland voor meer informatie over het organiseren van peerfeedback.

  • Opdrachtgevers uit de praktijk kunnen zeer motiverend werken voor studenten.  Verder draagt dit ook bij aan de ontwikkeling van vakoverstijgende vaardigheden die in de praktijk relevant zijn.

  • Kijk voor meer inspiratie voor schriftelijke opdrachten op deze informatiepagina van de VU.

  • Geef de studenten de opdracht bij het project of product ook een zelfbeoordeling in te leveren op basis van het beoordelingsformulier. Ze leren zo te reflecteren op hun eigen werk. Als je hen daarbij vraagt om bij elk beoordelingscriterium aan te geven waar dit uit blijkt (bijvoorbeeld een verwijzing te maken naar de plek in het verslag), dan kan dat jou als beoordelaar tijd besparen tijdens het nakijken.

  • Bij groepsprojecten kan het voorkomen dat de studenten een ongelijke bijdrage leveren aan het groepsproces. Meestal werkt het het best om studenten bij de start afspraken met elkaar te laten maken over de manier van samenwerken en hierop in de begeleiding regelmatig terug te komen. Zo kun je problemen voorkomen. Je kunt dit ook ondervangen door de opdracht zo op te zetten dat de studenten onderling afhankelijk van elkaar zijn, maar dit is vaak lastig.

  • Studenten kunnen bij een groepsopdracht elkaar zwaktes compenseren. Dit hoeft niet per se een probleem te zijn aangezien dit in de praktijk/het werkveld ook vaak gebeurt. Dit is wel iets om rekening mee te houden in de keuze voor een individuele of groepsopdracht. Moeten alle studenten aantonen dat ze bepaalde leerdoelen behaald hebben?

  • Voor studenten met een studiebeperking zoals ADD of ADHD is het extra belangrijk duidelijk te communiceren over de verwachtingen en deadlines. Het is voor deze doelgroep raadzaam om met tussenproducten te werken om zo het werk overzichtelijk te houden.

icon

Referenties

Bibliografie

Van Berkel, Henk, Anneke Bax, and Desirée Joosten-ten Brinke. 2017. Toetsen in Het Hoger Onderwijs. Springer.
Van den Berg, I, Albert Pilot, and Wilfried Admiraal. 2005. Peer Assessment Als Leermiddel. Voorbeelden Uit Het Hoger Onderwijs. IVLOS, Universiteit Utrecht.
Van Woerden, WM. 1985. “Projectonderwijs Als Innovatie in Het Hoger Onderwijs.” Pedagogische Studien.
expand section expand section Toon meer Toon minder

Ander toetsdoel

For assessment methods (Verschillende toetsmethoden die online inzetbaar zijn.) - Verander groepsgrootte